PRIJSSTIJGING IN DE BEGRAFENISSECTOR ligt lager dan het sectorgemiddelde en ver onder de totale inflatie

GESTEGEN LEVENSVERWACHTING
20 mei 2018
INSCHATTING VAN HET RISICO OP ZELFDODING
20 mei 2018

PRIJSSTIJGING IN DE BEGRAFENISSECTOR ligt lager dan het sectorgemiddelde en ver onder de totale inflatie

De inflatie in België is vorig jaar versneld tot 2,2 % onder andere door de sterke prijsstijging voor energieproducten.
Opnieuw was de inflatie bij ons hoger dan in onze belangrijkste buurlanden.
Dat blijkt uit het jaarverslag dat het Prijzenobservatorium heeft gepubliceerd over het prijsverloop in België en in onze buurlanden. De versnelling van de inflatie in België is een van de opvallende punten uit het verslag. Die gaat van 1,8 % in 2016 naar 2,2 % in 2017. De sterke prijsstijging voor motorbrandstoffen en mazout is een van de hoofdoorzaken daarvan. De inflatie voor diensten kwam eveneens hoger uit in België, wat onder andere te wijten is aan prijsstijgingen voor reizen en telecomdiensten in België.
INFLATIE VOOR DIENSTEN IN BELGIË EN DE BUURLANDEN
In 2017 bedroeg de diensteninflatie gemiddeld 1,9 %, wat iets lager is dan de gemiddelde prijsstijging. Binnen het luik diensteninflatie valt op dat de prijsstijging van 1,8% in de begrafenissector lager ligt dan het sectorgemiddelde. De diensteninflatie nam bovendien af: van 2,2 % in 2016 naar 1,9 % in 2017. De sterkste prijsstijgingen bij de diensten lagen bij reizen (+2,9%) en vrijetijdsbesteding (+2,3%). In de laatste sector leverde de subcategorie restaurants en cafés de grootste bijdrage: vorig jaar moest de consument gemiddeld 2,5 % meer betalen voor restaurant- en cafébezoeken. Ook telecomdiensten stegen sterk (+2%). De begrafenissector (+1,8%) staat eerder achteraan in de lijst van gestegen diensten.
In onze buurlanden bedraagt de diensteninflatie 1,1 % in 2017. Ze blijft er dus op een lager niveau dan in België, en dat voor het tiende jaar op rij. De subcategorie telefoondiensten heeft veruit het meest bijgedragen tot het inflatieverschil ten nadele van België. Bron: Instituut voor de nationale rekeningen (INR)